aan de raad der gemeente Breda Ex/2/26814 22-5-1974 Preadvies van burgemeester en wet houders inzake het beroepnamens mevrouw E.M. Bervoets ingesteld tegen haar geweigerde vergunningen tot het exploiteren van kamerver- huurinriohtingen in de panden Spoor straat 34, 36 en 36a. Bij zijn brief van 12 maart 1974 komt J.C. Meur, Baronielaan 300 alhier, als gemachtigde en in opdracht van mevrouw E.M. Bervoets Sterrebos 253 alhier, bij Uw raad in boroop tegen de besluiten van ons college d.d. 6 februari 1974 r.r's. BK/9/67542 en 67549, bij' welke besluiten Mevrouw Bervoets vergunning werd geweigerd tot het exploiteren van kamerverhuurinrichtingen respectievelijk in de panden Spoorstraat 34, 36 en 36a. Die besluiten zijn op 13 febru ari 1974 aan haar toegezonden. Aangezien het beroepschrift binnen de daartoe in artikel 312e lid, van de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen gestelde termijn bij Uw raad is ingediend, kan appellante in haar beroep worden ontvangen. Ingevolge artikel 3 van die verordening is het verboden zonder ver gunning van ons college een logeer- en/of kamerverhuurinrichting te exploiteren. De verordening is niet van toepassing, indien aan minder dan 5 personen logies en/of kamerruimte voor bewoning pleegt te worden verschaft. De hiervoor bedoelde inrichtingen bieden ka merruimte aan respectievelijk 9, 9 en 10 personen. Artikel 5 bepaalt, dat ons college de vergunning moet weigeren, o.a. als de inrichting niet voldoet aan de bij of krachtens de verordening gestelde eisen, tenzij van de betreffende bepalingen ontheffing is verleend. Onze afwijzende beschikkingen zijn gebaseerd op de overweging, dat ten. aanzien van ieder der voormelde inrichtingen niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 15, 16, 23, 24 en 25 van voormelde verordening. Artikel 15 regelt het aantal was-, bad- en/of douchegelegenheden, dat, gebaseerd op het aantal personen, tot verblijf van wie de inrichting strekt, daarin aanwezig moot zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 774