-2- bijl. nr. 192 -3- De beide conciërges van de school, die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst genomen zijn, worden door ons college ontslagen en komen in aanmerking voor een uitkering op grond van de (gemeentelijke) uitkeringsverordening. De inspectrice van het voorbereidend wetenschappelijk en hoger algemeen voortgezet onderwijs is over dit voorstel gehoord en heeft daarmee ingestemd. Wij stellen Uw raad voor de volgende leraren in vaste dienst t.w. A. van Poorten, waarnemend directeur, L.J. van der Pas, C.W. Hectors, H. Maassen, F. van Ravels, J. van Rijen, J. Teirlinck, C. Vergeer en P. Moerenhout, wegens opheffing van de school, met ingang van 1 augustus 1974 ongevraagd eervol ontslag te ver-, lenen onder dankzegging voor de aan de gemeente bewezen diensten. Over dit voorstel is de commissie voor de gemeentelijke middel bare handelsavondschool gehoord en is het advies ingewonnen van de commissie voor het onderwijs. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie voor onderwijs. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx van den Dam burgemeester. secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 780