aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 194
i~rpr^ïxy^' i n
Voorstel tot wijziging der respec-
St/16824 tieve verordeningen, regelende de
20 .maart 1974 voorwaarden voor de levering van
elektriciteit en gas.
Bij besluit van 16-12-1959 heeft Uw raad de verordeningen, re
gelende de voorwaarden voor de levering van elektriciteit en
gas aldus gewijzigd, dat bedoelde levering eveneens gestaakt
kan worden, indien huurders van gemeentewoningen na schrifte
lijke aanmaning in gebreke blijven de door hen aan dc gemeente
verschuldigde huur te voldoen.
Een zodanige bepaling is ook vd<5r 1959 reeds meermalen onderwerp
van discussie geweest. Een aantal raadsleden van de toenmalige
raad heeft het betreffend raadsbesluit ter vernietiging voorge
dragen bij de Kroon.
De minister van Binnenlandse Zaken, belast met de afdoening van
bedoeld request, vond echter geen aanleiding de vernietiging van
het onderhavig raadsbesluit te bevorderen. Aan uitzetting inge
val van achterstallige huurschuld achtte hij ernstige bezwaren
verbonden, terwijl het staken van de levering van elektriciteit
en gas een effectieve niet met enige rechtsregel in strijd
zijnde sanctie in deze leek.
De minister hanteerde daarbij de volgende argumenten:
1uitzetting is een hardere maatregel dan het staken van de
levering van elektriciteit en gas;
2. uitzetting brengt gemeente in een dwangpositie, aangezien zij
immers ook de zorg heeft voor een doelmatige verdeling van
woonruimte;
3. er is geen sprake van misbruik van een monopoliepositie door
de gemeente.
Het is de vraag, of deze argumenten thans niet grotendeels zijn
achterhaald.
1Het staken van de levering van elektriciteit en gas lijkt
binnen het huidig leefpatroon eveneens een zeer rigoreus
middel;