bijlage nr. 196 -2- Daarnaast zijn er nog 51 belanghebbenden in het Bredase voorzieningsgebied waarvoor naar de momentele situatie nog geen rendabele projecten kunnen worden opgezet, zo dat voor hen overschakeling op aardgas nog niet mogelijk is. 2. Do onder 1 bedoelde 69 tuinbouwbedrijven en 6 verwante bedrijven komen voor op het ter visie gelegde "overzicht aan te sluiten tuinders"*. Hierin zijn begrepen 15 aan sluitingen uit het reeds in 1971 door Uw raad aanvaarde project, die ora verschillende redenen tot heden nog niet' konden worden gerealiseerd. Van de 31 onrendabele en nog niet te realiseren aanslui tingen is eveneens een overzicht ter visie gelegd*. 3. Voor het aansluiten van de in totaal 75 bedrijven dienen investeringen te worden gedaan tot een bedrag van 1.113.000,waarin door de tuinders wordt bijgedragen 69 x 1.500,103.500,Een specificatie van het bedrag van 1.113.000,is bij dit voorstel gevoegd (bijlage l). Uit de ter visie gelegde rentabiliteitsberekening* blijkt, dat de winstmarge op de te verwachten gasverkoop voor de 75 bedrijven voldoende ruimte biedt voor de uit de netto investering van 1.039.500,voortvloeiende kapitaal- en overige exploitatielasten. In het rekenmodel is daarbij veiligheidshalve uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 10 jaar (in feite wordt in 25 jaar afgeschreven). Bij de rentabiliteitsberekening zijn specificaties gevoegd van de winstmargeberekening en van de relevante investeringen. 4. Aangezien in h,et thans voorliggende project 15 aansluitingen uit het plan 1971 z:ijn begrepen dient aanpassing plaats te vinden van het destijds beschikbaar gestelde krediet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 794