- 2 -
bijlage nr. 1 97
Deze werkgroep is begeleid door een stuurgroep onder leiding van de wethouder
van ruimtelijke ordening.
In mei 1970 is de werkgroep net haar werkzaamheden begonnen.
Daar de binnenstad een belangrijk uitstralingseffect heeft op regio en gewest
en ook omgekeerd Breda,en in het bijzonder de binnenstad, repercussies ondervindt
van de ontwikkeling van het omliggende gebied, is de studie gestart met de exterm
functiebepaling van Breda. Dit facet van het onderzoek is neergelegd in de
interimnota "De externe functiebepaling van de binnenstad", welke uw raad op
Daarna diende de binnenstad zelf onder de loupe te worden genomen. Immers voor
het opstellen van een structuurplan voor de binnenstad is het onontbeerlijk
- en artikel 7 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening verplicht hiertoe zelfs
dat eerst een inventariserend onderzoek wordt ingesteld naar de bestaande toestan:
functies en activiteiten in het binnenstadsgebied,
Om een zinvol toekomstbeeld te kunnen geven voor de Bredase binnenstad en de
veranderingen en vernieuwingen die daarvoor nodig zijn ten opzichte vande huidige
structuur van de binnenstad is een fundamenteel onderzoek naar de bestaande struc
tuur dringend gewenst.
De resultaten van het onderzoek naar de vraag: "Koe functioneert momenteel de
t
Bredase binnenstad?", zijn neergelegd in het 2e interimrapport: "Profiel van de
binnenstad", dat in juni 1972 gereed is gekomen.
Dit rapport is ter kennis van uw raad gebracht, terwijl uw raad in maart 1973 tijk
dens een extra informele vergadering door de werkgroep is geïnformeerd over de
ontwikkeling van het binnenstadsplan en over de bij de verdere planontwikkeling
te volgen methodiek der denkmodellen.
Deze eerste twee fasen van de planvoorbereiding leenden zich niet of nauwelijks
voor discussie of inspraak, hoewel het tweede gedeelte (hoofdstuk VI) van het
2e rapport een duidelijke uitnodiging bevatte aan iedere belangstellende Brcdananf
om samen met de opstellers van het plan moe te denken en suggesties aan te dragen.
Van de Kamers van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Koord-Brabant mochten wij
naar aanleiding van dit rapport reeds eon eerste reactie ontvangen.
12 augustus "971 voor kennisgeving heeft aangenomen.