f
bijlage nr. 197
Wij vinden het jammer, dat de StAR een geheel eigen weg volgend zich dermate
afstandelijk heeft opgesteld, dat niet wordt aangegeven in hoeverre de con
clusies en het programma van hoofdstuk VIII van het 3e interim-rapport al dan
niet kunnen worden onderschreven.
Plan De?,ftse studor.*"n
Cp deze plaats willen wij nog melding maken van het in 1973 opgestelde
"Alternatieve hinnenstadsplan" van de inmiddels afgestudeerde Delftse studenten
P. Rijnaarts en P. de Zeeuw.
De in dat plan neergelegde visie komt qua hoofdopzet neer op een versterking
van de ontwikkeling van de armen Haagdijk/Haagveg, Ginnekenstraat/Ginnekenweg
en Eoschstraat en het eventueel doortrekken daarvan tot in de nieuwe woonwijken,
tengevolge waarvan een aantrekkelijke en daardoor psychologisch kortere ver
binding tussen de woonwijken en de binnenstad ontstaat, terwijl tevens diversiteit
in de woonwijken wordt bereikt.
In het voorliggende rapport van de werkgroep binnenstad heeft tevens een her
waardering van deze oude ontwikkelingsassen plaats gevonden.
Dit rapport spreekt zich echter uit voor een meer genuanceerde benadering van
de aan deze ontwikkelingsassen te vestigen binnenstadsfuncties, waardoor de
feitelijke binnenstad als voorzieningencentrum een dominante positie behoudt.
Het rapport van de studenten bevat daarnaast een aantal overwegingen welke een
waardevolle inbreng kunnen betekenen bij een verdere uitwerking van het binnen-
stadsplar..