bijlage nr. 198
-2
Artikel C 4, lid 14, van het algemeen ambtenarenreglement be
paalt, dat de toekenning van de vergoeding voor de onregel
matige dienst geregeld moet worden in de bezoldigingsverorde
ning. Wij menen, dat deze gedetailleerde regels aan ons col
lege kunnen worden opgedragen. De bevoegdheid wordt in het
nieuwe artikel 7 van de bozoldigingsverordoning vastgelegd.
De bevoegdheid tot toekenning van een wachtdienstvergoeding,
welke in artikel C 4, lid 2, van dat reglement aan on3 col
lege is gegeven, hebben wij mede nogmaals in artikel 7 van de
bezoldigingsverordening genoemd. Op deze wijze kan ook deze
vergoeding een onderdeel vormen van de bezoldiging; het is
ons inziens redelijk om op dit punt de twee op genoemd artikel
C 4 van dat reglement gebaseerde vergoedingen gelijk te stellen
Evenals bij de intrekking van toelagen kan het in een aantal
gevallen redelijk zijn om de intrekking van de vergoedingen
voor onregelmatige dienst en voor wachtdienst - ook al zijn
zij een compensatie voor de inconveniënten, aan bepaalde
betrekkingen verbonden - niet abrupt te doen geschieden bij het
wegvallen van die inconvèniënten. De mogelijkheid om deze ver
goedingen geleidelijk in te trekken, kan zo nodig door ons col
lege geregeü worden. Hierop ziet het voorgestelde lid 2 van
artikel 7 van de bezoldigingsverordening.
Cns college doet dit voorstel tot wijziging van de algemene
bezoldigingsverordening overeenkomstig het advies van de com
missie personeelszaken en de commissie voor gemeentelijk overIe,
in personeelszaken.
Wij stellen U voor volgens bijgaand ontwerp te besluiten.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Kerkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.