bijlage nr. 200 niet door meting als bedoeld in artikel 12, 2e lid, plaats zal vinden. Bij het genoemd uitvoeringsbesluit behorende tabel afval watercoëfficiënten is het aantal afvalwatercoëfficiënten per bedrijfstak vastgesteld. Door vermenigvuldiging var. het aantal eenheden in deze tabel genoemd met de daarmede cor responderende afvalwatercoëfficiënt wordt het aantal inwoner equivalenten vastgesteld. Voor de heffing van de waterverontreinigingsbijdragc 1971 en 1972 is op een uitgebreide en zorgvuldige wijze een be- lastingsobjectenbestand opgebouwd. Dit bestand kan mede worden gebruikt om in 1975 de nieuwe onroerendgoedbelastinger. te kunnen heffen. De opbouw van dit bestand kan ook worden gebruikt om deze waterverontreinigingsbijdrage 1973 te heffen. De totstandkoming is uiteraard gepaard gegaan met kosten. Om deze kosten eniger mate te kunnen dekken (helaas wordt door het Rijk in deze geen enkele tegemoetkoming verleend) is het nodig het vermelde ver schuldigde bedrag per inwoner-equivalent ad 2,03 te verhogen met in artikel X van de wet van 24 december 1970 Stbl. 608 vermelde percentage van 65. Per inwoner-equivalent zal derhalve verschuldigd zijn 106^/100 x 2,03 of 2,16 afgerond 2,20. Voor woningen en de daarmede gelijk te stellen bedrijfsruimten, van waaruit minder dan 20 i.e. worden geloosd betekent dit een heffing van 3j x 2,20 ofwel 7,70. Het uitvoeringsbesluit verontreiniging oppervlaktewateren d.d. 5 november 1970 Stbl. 536 hebben wij ter inzage gelegd. Wij stellen U voor de waterverontreinigingsbijdrage 1973 te heffen door vaststelling van het U aangeboden ontwerp Verorde ning Waterverontreinigingsbijdrage Breda 1973, onder gelijktij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 824