ÉS1
n
aan de raad der
gemeente Breda
F1/25755/29326
1-5-1974
"bijlage r.i
201
Voorstel var. burgemeester en wet
houders tot herziening van de voor
schriften met betrekking tot de
afschrijving op duurzame activa van
het energie- en waterbedrijf.
1Inleiding.
Sedert 1968 wordt op de duurzame activa van de afdelingen gas
en elektriciteit van het energie- en waterbedrijf afgeschreven
op basis van uniteiten.
Voor de afdeling water wordt lineair afgeschreven op basis van
de historische kostprijs, terwijl voor de gemeenschappelijke
activa lineair wordt afgeschreven op basis van vervangings
waarde. Een en ander is geregeld bij raadsbesluiten van 14
november 1968 en 13 februari 1969*.
Ce praktische toepassing van het unitaire systeem heeft in
tussen zodanige bezwaren opgeleverd, dat naar ons oordeel zo
snel mogelijk weer moet worden teruggekeerd naar afschrijving
volgens de lineaire methode. In de navolgende overwegingen
zullen ook de afschrijvingsmethodieken voor de afdelingen
water en gemeensehappelijkeactiva worden betrokken.
2. Het unitaire systeem.
Ten behoeve van de aardgasombouw moesten belangrijke bedragen
worden geïnvesteerd, zowel ter verbetering van het net als
voor de ombouw van oude en aansluiting van nieuwe toestellen.
Er was een geweldige piek in de investeringen ontstaan en
zoals destijds (in 1968) werd gesteld," het zou niet redelijk
zijn op basis van lineaire "afschrijving de verkoopprijs vast
"testellen, omdat dan de aanloopkosten, die zeer hoog zijn,
"worden afgewenteld op de verbruikers van de eerstkomende
"jaren".