0
-2-
bijlage nr. 201
-3-
c. de afzetprognose dienen herhaaldelijk te worden bijge
steld, maar de invloed daarvan op de verstreken exploi
tatieperioden is niet meer bij te stellen;
d. de invloed van de effecten 3ub a en c heeft, vooral "oij
het elektriciteitsbedrijf, geleid tot hoge boekwaarden,
die nu een zeer hoge rentelast tot gevolg hebben.
e. vergelijking met de bedrijfsresultaten van soortgelijke
bedrijven elders wordt bemoeilijkt, omdat alleen het
Bredase energie- en waterbedrijf op unitaire basis af
schrijft.
4. Het oordeel vsr. de accountant.
Het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen
der Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft ons college
bij brief d.d. 20 februari 1974, nr. 1867H* zijn bezwaren
inzake de toepassing van de unitaire methode uiteengezet:
en daaraan het advies verbonden zowel bij het gasbedrijf als
bij het elektriciteitsbedrijf over te gaan op lineaire af
schrijving.
Deze bezwaren zijn identiek aan die, welke ook door ons werden
gesignaleerd en hiervoor onder 3 zijn opgesomd.
De accountant acht de bezwaren van dien aard, dat hij in dit
opzicht in zijn rapport mot betrekking tot dc rekening 1972
van het energie- en waterbedrijf een voorbehoud aan zijn
goedkeurende verklaring heeft toegevoegd.
Voort3 is ons medegedeeld, dat - bij ongewijzigde besluit
vorming - do goedkeurende verklaring vcor de dienstjaren na
1972 niet moor zal kunnen worden verstrekt.
5Voorstel tot herziening van de beslui ten v:;n 1
Het moge U duidelijk zijn, dat er per saldo te weinig argu
menten over blijven om de afschrijving voor gas on elektrici
teit naar de unitaire methode te handhaven.
Ook naar ons oordeel zal weer moeten overgegaan naar lineaire
afschrijving.
Uiteraard zijn hieraan consequenties verbonden voor de exploi
tatie van het energie- en waterbedrijf. Wij zijn van mening,