bijlage nr. 201 _4_
dat deze moeten worden opgevangen zonder dat de in het
kader van de capaciteitsplanning aangenomen winstcapa
citeit wordt aangetast. In de volgende paragraaf is een
en ander verder uitgewerkt.
V/at de terugkeer naar het lineaire systeem van afschrij
ving betreft zijn de volgende kanttekeningen te plaatsen:
Gasbedrijf.
Allerlei prognoses inzake de bronnen voor onze energie
voorziening zijn hoogst actueel. Een absolute uitspraak om
trent de continuïteit van de aardgasvoorziening op wat
langer termijn is niet te geven. Toch dient bij het bepalen
van de- afschrijvingstermijnen voor de reeds gedane inves
teringen en voor die, welke gedurende de resterende distri
butieperiode nog moeten worden gedaan, een jaartal te worden
aangenomen, waarin andere energiedragers de taak van het
aardgas zullen hebben overgenomen.
Haar de huidige inzichten zal omstreeks het jaar 2000 een
eind komen aan de aardgasvoorraden.Aangezien geen andere
energiedragers bekend zijn die van het huidige gasnet ge-
bzuik kunnen maken betekent dit, dat - globaal genomen -
de restwaarde van het gasnet in 2000 op 0 zal moeten worden
gesteld.
Het lijkt overigens aannemelijk dat de overgang naar bijvoor
beeld integrale elektriciteitsdistributie zich in een ge
leidelijk tempo zal kunnen voltrekken. Dit is belangrijk
met het oog op investeringen die anders kort voor 2000 nog
in het gasnet c.a. zouden moeten worden gedaan.
Uit het vorenstaande volgt, dat op de activa van het gasbe
drijf per 1 januari 1975 ten hoogste nog gedurende 26 jaar
kan worden afgeschreven.
Uiteraard dienen activa met een kortere technische levensduur
eerder te worden afgeschreven.
Aldus zullen alle investeringen in 2000 geheel zijn afge
schreven; naar gelang dat tijdstip nadert zal de last van