bijlage nr. 201 nieuwe investeringen derhalve zwaarder op de exploitatie gaan drukken. Het verdient dan ook aanbeveling te trachten geleidelijk aan uit de exploitatie een reserve te vormer.' om dergelijke risico's te zijner tijd af te kunnen vlakken. De omvang van deze reserve is op dit moment nog moeilijk te bepalen, doch telkenjare zal hiermede bij het opstellen van de begroting rekening moeten worden gehouden. Elektriciteitsbedrijf Naar ae huidige inssiohtwi vodden ftangssoispn, elek triciteit als energiedragers blijft bestaan. Voor de distri butiebedrijven is het - technisch bezien - niet relevant op welke wijze deze vorm van energie wordt opgewekt. Voor het bepalen van de lineaire afschrijvingstermijnen is het derhalve nodig alleen uit te gaan van de technisch economische levensduur der activa. Het Waterbedrijf. V.'ij zien geen aanleiding wijziging te brengen in de voor het waterbedrijf geldende afschrijvingsvoorschriften. Dit betekent, dat voor het waterbedrijf afschrijving lineair op basis van historische kostprijs wordt gecontinueerd. Ket is gewenst in de afschrijvingstabel alsnog de tot de waterprodxictie en -dustributie behorende activa te vermelde: In bijgaand concept-besluit is daarin mede voorzien. Pc gemeensohaooslijke activa. Hiervoor geldt afschrijving op basis van vervangingswaarde. Wij achten dit op zich de meest juiste methode ter bepaling van het relevante deel van de kostprijs. Daarvan uitgaande zou ook bij het elektriciteitsbedrijf en bij het waterbedri afschrijving naar vervangingswaarde de voorkeur verdienen. Bij het gasbedrijf kan gesteld worden, dat t.z.t. voor de meeste activa geen vervanging meer zal plaatshebben. Eu evenwel nergens anders bij de distributiebedrijven af schrijving naar vervangingswaarde wordt toegepast achten wi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 835