aan de raad der gemeente Breda t Bijlage nr. 210 5 juni 1974 P/30836 Preadvies van burgemeester en wet- houders inzake herziening van het bezoldigingsbesluit wethouders per 1 januari 1973 en per 1 januari 1974. Bij circulaire van 15 mei 1974, afd. Ill, G. nr. 345.147, delen gedeputeerde staten mede voornemens te zijn de voor de wethou ders geldende bezoldigingsbedragen aan te passen aan de trend matige verhoging van de overheidssalarissen per 1 januari 1973, 1 augustus 1973 en 1 januari 1974. Voorts wordt daarbij de wens uitgesproken een begin te maken met een herziening van de materiële positie van de wethouders, dit in verband met de toeneming van omvang en zwaarte van de wethoudersfunctie in de laatste jaren. Voor gemeenten met minder dan 30.000 inwoners wordt de koppeling met de burgemeesterswedde gehandhaafd. Voor gemeenten met 30.000 of meer inwoners wordt de bezoldiging als een zelfstandige behandeld en vastgesteld op een regel van de inpassingstabel voor de salarissen van de rijksambtenaren. Ingevolge artikel 100 van de gemeentewet wordt de bezoldiging van de wethouders vastgesteld door gedeputeerde staten, de raad gehoord en onder goedkeuring van de Kroon. De circulaire geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wij 3tellen Uw raad voor de genoemde circulaire voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 856