aan de raad der
gemeente Breda
ii op=er-
2ven -eer
har.s rocrt-
ir image
I te brenger.i-
elgenene
Breda,
ester,
-ris.
I
I
St/31784
12 juni 1974
bijlage nr. 211
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot aanvulling van de voor
schriften van 23 bestemmi ngsplennen.
In ons voorstel d.d. 6 februari 1974 tot wijziging van de bouw-
verordening hebben wij tot uitdrukking gebracht, dat de huidige
ontwikkeling inzake de vestiging van kortingwinkels in Breda
naar onze mening van dien aard is, dat maatregelen noodzakelijk
zijn om zonodig werend te kunnen optreden.
In het kader hiervan heeft Uw raad op 14 maart 1974 besloten
tot aanvulling van de bouwverordening met artikel 352.
Deze bepaling regelt voor wat de Bredase situatie betreft het
gebruik van bouwwerken, open erven on terreinen in gebieden,
waar bestemmingsplannen, vastgesteld vódr 1960 van kracht zijr.
en het gebruik van bouwwerken in gebieden, waar geen stedebouvr-
kundige maatregel van kracht is.
Bij besluit van Uw raad van 15 oktober 1970 zijn do voorschriften
van 37 bestemmingsplannen, vastgesteld na 1960, aangevuld eet
onder meer een bepaling, die het gebruik van de grond anders
dan bouwen regelt (gebruiksbepaling)Daarin wordt ten aanzien
van bouwwerken met bijbehorende gronden bepaald, dat deze niet
9 mogen worden gebruikt voor de uitoefening van enige tak van
handel en/of bedrijf en/of voor de uitoefening van enig beroep.
Dit verbod is niet van toepassing - naast uiteraard op winkel-
bestemmingen - op de bestemmingen handel en bedrijf, kleine
bedrijven en industrieterrein.
Het is daarom niet mogelijk de vestiging van kortingwinkcls
in bouwerken op terreinen met deze bestemming - die nooit be
doeld zijn geweest voor detailhandelsvestigingen - tegen te gaan.