|gl
gemeente Breda bij bijlagenr. 212
De raad der gemeente Breda;
overvragende, dat de aanvullende voorschriften en de daarbij behorende toe
lichting van onderstaand bestemmingsplan met ingang van 3 mei 1974 geduren
de een maand voor een ieder ter inzage hebben gelegen;
dat in deze voorschriften en toelichting, zoals zij ter inzage hebben gele
gen, enkele wijzigingen zijn aangebracht zoals nader omschreven is in het
voorstel var. burgemeester en wethouders;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 juni 1S74;
golet op het advies van de commissie ruimtelijke ordening;
mede gelet op het bepaalde in da wet op de ruimtelijke ordening;
de voorschriften van het op 13 april 1960 door hem vastgestelde en op
26 april 1961 door gedeputeerde staten goedgekeurde bestemmingsplan
Driesprong I960 aan te vullen met de navolgende bepalingen:
Bcprirsor-.schrijving.
Artikel Ir
Uitoefening van detailhandel: het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen
van goederen,
i'ccrsoVrtft omtrent ander gebruik ver, de rror.g dan bouwen.
Artikel 1
1. Voor zover en zolang de in de artikelen 2 t/ia 5 en 7 t/m 11 genoemde
gronden onbebouwd blijven mogen deze niet worden gebruikt voor:
a. hot plaatoen en geplaatst houden van kampeerwagens, kanpeertenten en
wagons met de kennelijke bedoeling daarin eon handel of bedrijf uit to
oefenen en/of deze te verhandelen;
b. het opslaan van hout en aannemersmateriaal, die kennelijk ten dior.ste
zijn van eer. houthandel en/of aannemersbedrijf;
o. het ton verkoop op3laar. van gebruikte - dar. wel geheel of ten dele uit
gebruikte onderdelen samengestelde - motorrijtuigen of wagens, welke
bruikbaar zijn en niet aan hun bestemming onttrokken zijn;
2. Het bepaalde in lid 1 sub c is eveneens van toepassing op de in artikel 6
bedoelde gronden»
3. De in de artikelen 2,5,7,3 en 9 bedoelde bouwwerken net bij
behorende, als zodanig bestemde, gronden mogen niet worden gebruikt, voor
de uitoefening van enige tak van handel en/of bedrijf.