(iövèfp gemeente Breda bl° ^lasenr* 212 Da raad dar gemeente Breda; overwegends, dat de aanvallende voorschriften en de daarbij behorende toe lichting van onderstaand bestemmingsplan met ingang van 3 mei 1374 geduren de een maand voor een ieder ter inzage hebben gelegen; dat in deze voorschriften en toelichting, zoals zij ter inzage hebben gele gen, enkele wijzigingen zijn aangebracht zoals nader omschreven is in hot voorstel van burgemeester en wethouders; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 juni 1974; gelet op het advies van do commissie ruimtelijke ordening; mode golet op hot bepaalde in de wot op do ruimtolijlco ordor.ing; besluit de voorschriften van het op 11 mei 1966 door hem vastgestelde en op 26 oktober 1956 door gedeputeerde staten goedgekeurde bestemmingsplan Kadijk 1'65 gewijzigd bij zijn door gedeputeerde staten op 24 november 1971 goedgekeurde besluit d.d. 15 oktober 1970, aan te vullen met de navolgende bepalingen: rsor.schri.iving. Art-.kol Uitoefening van detailhandel: het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen» cxt'.-or.t nr.dnr gob"','.ik van de f'ror.a dan bouwen. Artikel 7£ Do in artikol 3 bedoelde bouwerken met bijbehorende, als zodaning bestemde, gronden mogen niet worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel. OverT.r. in r*4 ■Arfilrol T a. Het gebruik van do bouwwerken mot bijbehorondo, als zodanig bostemde, gronden als bedoeld in artikel 3 dat strijdig is met dit plan geduron- de de tijdsperiode, dat het plan als ontwerp ter inzage heoft gelogen, mag worden gehandhaafd, b. Dit gebruik mag worden gewijzigd, mits door deze wijziging van het ge bruik de afwijking van hot plan naar aard niet wordt vergroot. wordt op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 893