bijl. nr. 230
-2-
de waterstanden in het rioleringsstelsel in de omgeving van de
flats kunnen worden beheerst. Dit houdt in, dat de berging en
de pompcapaciteit van het stelsel, waarop ook de kelders zijn
aangesloten, mede moeten zijn berekend op een zelden voorkomende
bui.
In de brochure 5 minuten regen van de Grontmij worden in
tabel II gegevens verstrekt ten aanzien van buien bij een be
paalde frequentie. Bij buien welke slechts eenmaal in de 100 v
jaar voorkomen, kan in 5 minuten 14,8 mm regen vallen, in 0
minuten 24,9 mm, in 15 minuten 29,7 mm, in 20 minuten 55,4 mm,
in 50 minuten 41,2 mm enz.
Afgezien van een zeer klein gedeelte dat verdampt of als plassen
op de straten en daken blijft staan, moeten deze hoeveelheden
in het rioolstelsel kunnen worden geborgen en indien dit niet
mogelijk is moet het overtollige water tijdig kunnen worden weg
gepompt.
Door alle riolen, welke niet rechtstreeks in verbinding staan
met de kelders buiten het te bemalen gebied te houden, is de
benodigde pompcapaciteit tot een minimum terug te brengen.
De resterende riolen dienen met een nieuw te leggen centrale
hoofdriolering met de pompput te worden verbonden. Hierdoor
worden zowel de bergingscapaciteit binnen het rioleringsstelsel
als de afvoermogelijkheden vergroot.
Op de tor viuio gólegdo tokening nr. 45879 zijn de omschreven
voorzieningen nader uitgewerkt. f
Het verharde oppervlak van het te bemalen gebied 'is terugge
bracht tot 1.42 ha en de berging van het stelsel is te berekenen
op 540 m5.
Uit vergelijkende berekeningen blijkt, dat een bui van 20 minuten
maatgevend is voor het onderhavige geval. Tijdens zo'n bui moet
1,42 x 554 505 m5 water worden verwerkt.
Ervan uitgaande dat 2,5 mm verdampt of als plassen blijft staan-
en van de berging 80$ of 272 m5 effectief aanwezig is, is vast te
stellen, dat 505 - 507 (55 272);= 196 m5 in 20 minuten moet
kunnen worden verpompt.