bijlage nr. 291
-2-
Ons college is er zich van bewust dat realisering van boven
omschreven doelstelling niet eenvoudig is omdat de afstand tussen
de steden groot is, de steden ongelijk van grootte zijn, de
steden geen feitelijke culturele of economische belangen/banden
hebben en omdat de historische band een minder sterke schakel
blijkt. Anderzijds moet ook worden geconstateerd dat slechts
op één bepaalde wijze vorm en inhoud is gegeven aan de Unie
en dat desondanks vele contacten zijn gelegd, zowel in formele
als in informele zin.
i
Ons college is van mening dat thans de tijd daar is om mede op
basis van de opgedane ervaringen, naar nieuwe wegen te zoeken om
de doelstelling beter te realiseren.
Het accent heeft tot op heden steeds gelegen op ontmoetingen,
die oorspronkelijk telkenjare en later minder frequent in een van
de vier steden zijn gehouden.
Bovendien zijn deze bijeenkomsten vooral gekenmerkt door bestuurlijke
contacten.
Ons college is van mening dat bij een daadwerkelijke uitvoering
van de doelstelling een grote(re) betrokkenheid van de bevolking
voorwaarde dient te zijn. In relatie met het bovenstaande worden
door ons college de volgende voorstellen gedaan:
1zoveel mogelijk wordt ieder jaar in een van de vier steden een
bijeenkomst gehouden, waarbij telkens een bepaald facet bijzondere
aandacht krijgt, bijv.:
het monumentenjaar, beeldende kunst, historie, economie, stede-
bouw enz.; de samenstelling van de delegaties wordt hierop geba
seerd.
2. Bij gelegenheid van deze ontmoetingen wordt telkens een in drie
talen uitgegeven informatieblad verspreid onder de bevolking
dat wederom is gebaseerd op het thema van de ontmoeting;
3. De ontvangende stad organiseert in hetzelfde kader een aantal
activiteiten waarop de andere steden kunnen inspelen.
4. Daarnaast worden telkenjare planmatig uitwisselingen georgani
seerd van groepen, verenigingen enz., ter versterking van de
onderlinge contacten, waarbij ook ieder jaar een bepaald maat
schappelijk facet naar voren wordt gebracht, zoals sport, cultuur,