TT O bijl. nr. 293 VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid R.v.O.) (1 hr. Geene Naaraanleiding van het persbericht in "De Stem" ven 3 juli 1975, handelend over "Breda, groeistad", de volgende vragen: 1V/at bedoelt de minister als hij spreekt over de Haagse Beemden met "het oude plen is helemaal overboord"? 2. Op grond van welke gegevens is de minister thans geadviseerd de uitbreiding tot 10.000 h 12.000 woningen te beperken? 3. Acht U het juist, dat de minister deze, voor Breda uitermate belangrijke uitspraken doet elders in de provincie, zonder dat de gemeenteraad van Breda is gehoord? ANTWOORD Ook wij hebben kennis genomen van het door U bedoelde dagbladbericht Er van uitgaande, dat de inhoud daarvan een juiste weergave is van de door de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening gedane uitspraken, kan het navolgende worden opgemerkt: ad 1: naar het ons voorkomt, heeft de minister de bedoelde uit spraak gedaan, zulks naar aanleiding van de hem gedane mede-, delingen met betrekking tot een nieuwe planopzet. Deze mede delingen zijn gedaan in het kader van het gesprek, dat de minister op 16 juni 1975 heeft gehad net het lid van ons col lege, de heer van Dun. Ket verslag van dat gesprek is op 5 september j.l. aan de leden van de raad in afschrift toe gezonden; te dezer zake moge met name verwezen worden naar het gestelde in de tweede alinea van blad 2 van evengenoend verslag. ad 2: in het kader van het onder 1 genoemde gesprek is van de zijde van de gemeente zeer globaal en in informatieve zin ingegaan op de verschillende aspecten van de planopzet;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1066