bijlage nr. 1 -2- laatste jaar zodanige wijzigingen aan do inrichting, voornamelijk door het inrichten van een slagerij met koelruimten, zijn aange bracht, dat ingevolge de hinderwet een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning is vereist. Aan de exploitant Th. Albada Jelgersma is op 26 november 1974 door de directeur van de dienst openbare werken verzocht om binnen een maand deze vergunning aan te vragen. Voor wat betreft de fietsenstalling is de exploitant op 22 november 1974 door de directeur van openbare werken gesommeerd deze te slopen, omdat aan de bouw van een fietsenstalling, gezien de be palingen in het bestemmingsplan Heuvel (Laan van Mertersem e.o.)', geen medewerking kan worden verleend. Voor het plaatsen van reclameborden is een ontheffing ex artikel 11 van de algemene politieverordening nodig. Aan de directeur van openbare werken is verzocht hiertoe de nodige actie te ondernemen. VRAAG (ing. art. 40, 2e lid R.v.O.) De heer L.A.M. van Banning: naar aanleiding van een artikel in "De Telegraaf" van dinsdag, 5 november j.l., met als kop: Van Doorn vreest concurrentie voor zuilen Buitenlandse zenders niet op kabel-TV." verzoek ik Uw college antwoord op de navolgende vragen; 1heeft het college kennis genomen van genoemd artikel en van de in dit artikel bedoelde beslissing van de staatssecretaris H.H.M. van Hulton. 2. Acht het college een dergelijke beslissing - indien deze in het artikel juist is weergegeven - strijdig net de condities waaronder de raad van Breda bij de behandeling van het Casema- contract ultimo 1972 bereid was de overeenkomst met Casema te sluiten? 3. Indien het college van mening is, dat een beslissing van de staatssecretaris zoals bedoeld in vraag 1 strijdig is met de opvattingen van de raad, is Uw college bereid:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 10