aan de raad der
gemeente Breda
St/3/53227
24-9-1975
Bijlage nr. 318
Voorstel van burgemeester en wet
houders deels tot het ongegrond verkla
ren van het-beroep tegen de aanschrij
ving d.d. 12 mei 1975, deels tot het
niet-ontvankelijk verklaren van de
heer M. van Turnhout in zijn beroep.
Op 12 mei 1975 is de heer M. van Turnhout aangeschreven binnen
een termijn van 30 dagen na dagtekening van de aanschrijving
het dak van het pand Nieuwe Prinsenkade 13 in zijn oorspronke
lijke vorm terug te brengen en het buitenschilderwerk uit te
voeren in uit oogpunt van welstand aanvaardbare kleuren.
Deze aanschrijving is gebaseerd op artikel 47 van de Woningwet
en op de artikelen 14 en 34.van de bouwverordening voor de gemeen
te Breda.
Artikel 47 van de Woningwet en artikel 14 van eerdergenoemde bouw
verordening houden in, dat het verboden is zonder of in afwijking
van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
te bouwen.
Artikel 34 van de bouwverordening zegt, dat het uiterlijk en de
plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk
zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de
te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen
van welstand. Als nadere eis kan worden gesteld dat met de uit
voering van bepaalde delen van een bouwwerk niet mag worden be
gonnen alvorens de op die delen betrekking hebbende detailteke
ningen en materiaalmonsters zijn goedgekeurd.
Tegen deze aanschrijving heeft de heer X. van Turnhout op '11 juni
1975 bij de raad voorziening gevraagd.-
De motieven, die hij aanvoert, zijn, dat:
1ten aanzien van de dakkapel alsnog een verzoek om bouwvergun
ning met bijbehorende tekeningen is ingediend;
2. betreffende de beoordeling van de welstandscommissie over het
buitenschilderwerk hem een aantal zaken vreemd voorkomen. De
welstandscommissie vindt het schilderwerk onaanvaardbaar, doch
gozien de reacties van de Bredanaren is het integendeel aan
vaardbaar