- 3 - ft bijl. nr. 520 getast: het terrein was immers van begin af aan voor bebouwing bestemd Hoewel wij - mede gezien de lange duur, dat het terrein onbe bouwd is gebleven - alle begrip voor de reactie van reclamanten hebben, nu zij geconfronteerd worden met bebouwing van het ter rein, zijn wij van mening dat op grond van bovenstaande motieven de bezwaren van reclamanten ongegrond zijn. Bij schrijven van 8 januari 1975 heeft de stedebouwkundige ad viesraad laten weten, dat zij in het algemeen akkoord gaat met het plan. Zij wijst er echter op, dat: a. het geplande "openbaar groen" gehandhaafd dient te worden uit verkeerstechnisch oogpunt; b. de toegang van de doodlopende straat achter Papenhof niet dient te worden vernauwd door de bouw van garages (oostzijde plan). Zoals uit tekening nr. 46992 blijkt, is het kruispunt Hoogeind - Epelenberg voldoende overzichtelijk. Handhaving van de bestemming "openbaar groen" is uit dien hoofde niet noodzakelijk. Ha realisering van het plan zal de toegang tot de doodlopende straat achter Papenhof nog een breedte van 6.50 m hebben. Haar onze mening is dat ruimschoots voldoende. De provinciale planologische commissie heeft in haar advies - in het kader van het .wettelijk verplicht vooroverleg - d.d. 30 decem ber 1974 medegedeeld, dat er in beginsel tegen een bestemming voor woningbouw op dit perceel geen bezwaar bestaat. Met de opmerkingen van de commissie is in het voorliggende plan rekening gehouden. Ten opzichte van het aan de commissie toegezon den plan is de belangrijkste wijziging een herindeling van het terrein ten behoeve van een meer verantwoord grondgebruik. Voor wat betreft de financiële consequenties voor de gemeente met betrekking tot het onderhavige plan moge verwezen worden naar de bij de partiële herziening behorende toelichting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1143