- 2 -
bijl. nr. 322
Wij wijzen Uw raad er op dat de voorgestelde verhoging van de
tarieven net 10$ niet strijdig is met de in het kader van het
anti-inflatiebeleid toelaatbaar geachte tariefsverhogingen, als
bedoeld in de circulaire van de Staatssecretaris van Binnenland
se Zaken d.d. 16 juli 1975, nr. F75/U1732.
Blijkens deze circulaire wordt een tariefsverhoging tot 10$
zonder meer geaccepteerd.
Bij de wet van 24 december 1970, Stbl. 608, zijn de bepalingen
op het stuk der gemeentelijke belastingen gewijzigd. De U thans
aangeboden ontwerp-verordening is aan de nieuwe wettelijke eisen
redactioneel aangepast.
De ontwerp'
artikel 1
artikel 2
artikel 3
artikel 4
artikel 5
artikel 6
artikel 7
artikel 8
-verordening kan als volgt worden toegelicht?
bepaalt waarvoor de belasting is verschuldigd;
wijst aan wie de belasting moet betalen;
geeft het begin en het einde van het schoolgeldjaar
aan. In verband met de aanslagregeling en de te ver
lenen reductie en ontheffing is het schoolgeldjaar
in bepaalde schoolgeldkwartalen verdeeld;
verplicht tot het opleggen van aanslagen per kwartaal;
noemt de tarieven;
bepaalt in welke gevallen het schoolgeld wordt geredu
ceerd (verminderd).
In de volgende gevallen is het verlenen van reductie
mogelijk:
- als een leerling meer dan één les volgt;*
- als meerdere leerlingen uit één gezin de lessen vol-
- als de le33en een kortere duur hebben dan 60 minuten;
Omdat de tarieven, welke voor onderwijs in klassever-
band jaarlijks geheven worden (art.5, II) al3 "laag"
kunnen worden aangemerkt, wordt voor deze vorm van on
derwijs geen reductie verleend;
het schoolgeld is in principe voor een vol schoolgeld
jaar verschuldigd;
noemt die gevallen, waarin het mogelijk is ontheffing
te verlenen, te weten:
- bij uitsluiting;
