3. Indien met toepassing vun do vorigo leden geen schoolgoldplichtigo kan worden aangewezen, is do leerling zelf het schoolgeld verschuldigd. Belastingjaar. Artikel 3. 1, Hot achoolgeldjaar in gelijk aan het schooljaar en vangt aan op 1 oktober en eindigt op 30 september. 2, Het schoolgeldjaar ia verdeeld in de volgende achoolgeldkvartaleu: - het eorste kwartaal van 1 oktober tot en met 31 december - het tweede kwartaal van 1 januari tot en met 31 maart - het derde kwartaal van 1 april tot en met 30 juni - het vierde kwartaal van 1 juli tot en mot 30 september. 3, De omstandigheden bij het begin van het achoolgeldjaar zijn bepalend voor do heffing van het schoolgeld. Wordt een leerling in de loop van hot schoolgeldjaar ingeschreven, dan treedt te zijnen aanzien het tijdstip van inschrijving voor het begin van het achoolgeld jaar in de plaats Wijze van heffing. Artikel 4. Hot schoolgeld ia bij wege van aanslag verschuldigd. De aanslagen worden perkwartaal opgelegd. Tarief. Artikel 3. Het schoolgeld bedraagt per ingeschreven leerling por achoolgeldjaar bij één les per week voor: I. Individueel onderricht in solozang, theoretische en instrumentale vakken bij een losduur van 60 minuten 726, II. In kla3severband gegeven: 1. algemene muzikale vorming 66,-- 2. onderricht in koorzang, orkestspel en theorie voor: roods anderszins ingeschreven leerlingen nihil niet anderszins ingeschreven leerlingen 57,20 5. speciale cursusoen als muziekbegrip e.d. 77,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1154