q Voorstel van burgemeester en wethouders 8/58992 tot het beschikbaarstellen van een tege moetkoming aan de raadsleden in de on kosten verbonden aan het raadslidmaat schap. W In ons voorstel d.d. 20 november '1974 (bijlage nr. 410) over hetzelfde onder werp spraken wij de verwachting uit, dat in de loop van 1975 met betrekking tot de vergoeding voor raadsleden een regeling getroffen zou kunnen worden, zoals in het rapport "Een goede raad" van de commissie positie raadsleden wordt voorgesteld. Deze regeling houdt o.a. in, dat in een gemeente van de grootte van Breda aan elk raadslid, geen wethouder zijnde, een tegemoetkoming in de onkosten van f 2.000,verleend wordt. In afwachting van de totstand koming van deze regeling besloot Cw raad op 12 december 1974 aan elk raads lid, m.u.v. de wethouders, bij wijze van voorschot de helft van deze tege moetkoming - i.o. 1.000,uit te betalen. Intussen ziet het er naar uit, dat de uitgesproken verwachting niet bewaar heid zal worden. De raadsfracties blijven echter grote kosten maken om hun werk op verantwoorde wijze te verrichten. Yanda&r dat er alle reden is om onder dezelfde voorwaarden als de vorige keer opnieuw een voorschot van 1.000,op de hier bedoelde vergoeding te verlenen. Wij stellen daarom l voor daartoe te besluiten door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-raadsbe- sluit. Dit voorstel doen wij in overeenstemming met het advies van de commissie algemene zaken. Burgemeester en wethouders van Breda, Xerkz burgemeester, v.d. Dam secretaris. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1269