gemeente Breda De raad van de gemeente Breda; gelet op de artikelen H 7, lid 5; H 9, lid 3, en H 12, lid 2 van het algemeen ambtenarenreglement; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de commissie voor gemeentelijk overleg in personeels zaken besluit I. in de wachtgeldverordening van 16 oktober 1969 (Gemeenteblad nr. 1204) de volgende wijzigingen aan te brengen. 1. In artikel 1, leden 1 en 2, wordt "op grond van artikel 124 van het algemeen ambtenarenreglement" gewijzigd in: op grond van artikel H 7 van het algemeen ambtenarenreglement. 2. In artikel 2, lid 3 sub c, wordt "op grond van artikel 125 van het algemeen ambtenarenreglement" gewijzigd in: op grond van artikel II 6 van het algemeen ambtenarenreglement. 3. Artikel 2, lid 3 sub e, wordt aangevuld met de zinsnede: dan wel in een betrekking welke de wachtgelder had kunnen aanhouden, doch uit welke hij vrijwillig ontslag heeft ge nomen met ingang van de datum waarop het wachtgeld ingaat. 4. Aan artikel 2 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd, luidende: Indien en voor zover diensttijd die bij de berekening van het wachtgeld in aanmerking is genomen met een overheidspensioen ander3 dan ten laste van het Algemeen burgerlijk pensioen fonds wordt vergolden, worden de duur en liet bedrag van het wachtgeld met ingang van de dag waarop dit pensioen is ingegaan, herberekend, waarbij die diensttijd buiten beschouwing wordt gelaten. bij bijlage nr. 345

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1310