ft
bij bijlage nr. 347
De laatste volzin van artikel 5, lid 3, vervalt.
14. In artikel 5, lid 5. wordt "kan ontvangen" gewijzigd in: ont
vangt.
15. In artikel 6, lid 2, vervalt de zinsnede "tenzij hij aantoont
ter zake van het niet nakomen van de verplichtingen te goeder
trouw te zijn".
In hetzelfde artikel 6, lid 2, wordt de zinsnede beginnende met
"tot het bedrag van..." gewijzigd in: tot het bedrag van het
pensioen waarop hij recht zou hebben indien hij zou zijn gepen
sioneerd met ingang van de datum van zijn ontslag.
16. Artikel 7, lid 1, wordt herschreven als volgt:
De gewezen ambtenaar is verplicht zich op aanzegging van burge
meester en wethouders, doch tenminste jaarlijks, geneeskundig
te doen onderzoeken door een door hen aangewezen geneeskundige.
17. Artikel 7, lid 2, wordt herschreven als volgt:
Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het
resultaat van het geneeskundig onderzoek, bedoeld in lid 1
daartoe aanleiding geeft, kan de gewezen ambtenaar door burge-
meester en wethouders worden verplicht zich aan een geneeskundig
onderzoek volgens de bepalingen van, de algemene burgerlijke
pensioenwet te onderwerpen.
18. In artikel 8, lid 2 sub b, worden de woorden "tot het verkrijgen
van invaliditeitspensioen" gewijzigd in: als bedoeld in artikel
7, leden 1 en 2.
19. De eerste twee volzinnen van artikel 10, lid 1, worden herschreven
als volgt:
Ka het overlijden van de gewezen ambtenaar heeft de weduwe dan
wel de weduwnaar die krachtens de algemene burgerlijke pensioen
wet recht heeft op,een weduwnaarspensioen recht op een bedrag
gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artikel 3» lid 2,
over een tijdvak van drie maanden Wordt geen weduwe of weduw
naar als bedoeld in de vorige volzin nagelaten, dan geschiedt
de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige, natuurlijke
en pleegkinderen.