aan de raad der gemeente Breda de stal ls inder 212 ei t voor gwet 67 de kos- rag van nte een 35$ van fende orde- kenninv in at ie in rgadering zitter etaris St/6/57408 15-10-1975 Bijlade r.r. 353 Voorstel van burgemeester cn wet- houders tot het doen aanleggen van een c.v.-installatieber.even3 het treffen van enkele voorzieningen in de woning Grote Doornbos 20, ten behoove van een lichamelijk gehandi capte alsmede tot het aanvragen en aanvaarden van een bijdrage ineens uit 's rijkskas voor dit doel. In de woning Grote Doornbos 20 alhier, behorende tot een complex van aanvankelijk 552 en door samenvoeging 1250 prontowoningen, in beheer en exploitatie bij het gemeentelijk woningbedrijf A, is op verzoek van het Revalidabieadviesteam Breda namens de lichamelijk gehandicapte huurder, en zulks op bijgevoegde medische indicatie overgegaan tot de aanleg van een centrale verwarmingsinstallatie. Tevens dienden enkele voorzieningen in sanitaire ruimten te worden uitgevoerd. De kosten van deze werkzaamheden zijn op basis van de prij3cpga- ven 'van de installateurs geraamd op totaal 4.680,waarvoor 'wij mogen verwijzen naar de bijgevoegde begroting van de dienst van openbare werken. Aangezien voor de 552 woningen als bovenvermeld bij ministeriële beschikking d.d. 29 december '59, NV 11 5 2-KB'59 geldelijke steun uit 's rijkskas ingevolge de woningwet 1901 is toegekend, heeft de mi nister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening zijn bereidheid te kennen gegeven om ook voor deze voorziening, welke als woning- aanpassing wordt beschouwd, financiële tegemoetkoming te verlenen. De minister aanvaardt wegens kosten van de installatie een bedrag van 4.526,waarin met name voor de kosten van de dienst van openbare werken maximaal 150,Overeenkomstig de geldende re geling wordt in die aanvaarde kosten een bijdrage van 35$, zijnde 1.515,verleend. De aanvaarding hiervan behoort tot de compe tentie van Uw raad, zodat door het ministerie ook een raadsbesluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1350