aan de raad der qemeente Breda Voorstel van burgemeester en Bijl.-ige nr. 367 o wetnouders tot het ongegrond ti 1 a i me verklaren van het beroep van O mevrouw Maeijer van Schoonhoven St/3/55815 van Beurden tegen de weigering van een bouwvergunning. Bij ons besluit van 15 januari 1975 is aan mevrouw C.R.M. Maeijer van Schoonhoven van Beurden een vergunning tot het plaatsen van een berging op perceel Cimburgalaan 67 geweigerd op grond van het feit, dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan "Boeimeer N.0.1963". Ingevolge artikel 2 van de voorschriften van dit bestemmings plan moeten woning, bergplaats en/of garage één bouwlichaam vormen. Deze bergplaats is reeds achter in de tuin geplaatst, los van de woning. Tegen dit besluit heeft mevrouw Maeijer van Schoonhoven van Beurden binnen de beroepstermijn een bezwaarschrift ingediend op 21 februari 1975, hetwelk echter gericht was aan ons colle ge, waardoor mevrouw Maeijer van Schoonhoven van Beurden om formele redenen- door Uw raad niet in haar beroep ontvangen kon worden. Bij brief van 6 augustus 1975 heeft zij medegedeeld, na hier- toe door ons college te zijn uitgenodigd dat de brief d.d. 21 februari 1975 bedoeld was voor de raad, zodat het alsnog mogelijk is dat mevrouw Maeijer van Schoonhoven van Beurden in 'haar beroep ontvangen kan worden. Haar motieven tegen de weigering zijn de volgende. 1Vele buurtbewoners in de Cimburgalaan hebben een bergruimte in hun tuin geplaatst. Waarom is dat toegestaan? 2. De berging is van een lichte constructie, ontsiert niet in het minst en voorziet in een tijdelijke behoefte, nl. zolang als mevrouw Maijer van Schoonhoven van Beurden in het pand woonachtig zal zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1400