bijl. nr. 367
-2-
Na onderzoek ter plaatse in de Cimburgalaan is gebleken, dat
aldaar in de tuinen inderdaad verscheidene bergingen clandes
tien zijn geplaatst. Deze bergingen zijn eveneens niet in
overeenstemming met het bestemmingsplan "Boeimeer N.0.1963".
Enerzijds kunnen de bewoners, die deze bouwwerken zonder
vergunning geplaatst hebben aangeschreven worden om deze af
te breken.
Anderzijds is het ook mogelijk te komen tot legalisering ervan.
Hiervoor zou een partiële herziening van het bestemmingsplan^
nodig zijn, waarbij bergingen toegestaan zouden zijn naar
een door ons college goedgekeurd uniform model.
Voor mevrouw Maeijer van Schoonhoven van Beurden zou ook een
tijdelijke bouwvergunning uitkomst bieden, zodat na het ver
strijken van de in de vergunning bepaalde termijn het bouwsel
weer verwijderd dient te worden.
Door deze laatste mogelijkheid te benutten, ontstaat de moei
lijkheid, dat aan de buurtbewoners die dergelijke bouwwerken
zonder vergunning geplaatst hebben, ook een tijdelijke bouw
vergunning verleend moet worden.
Met een tijdelijke vergunning zijn deze mensen echter niet ge
baat. De behoefte aan een dergelijke berging is voor deze
mensen zeer waarschijnlijk niet van tijdelijke aard. Bij het
verlenen van tijdelijke vergunningen staat de gemeente over
5 jaren weer voor hetzelfde probleem als thans.
Gezien deze moeilijkheid is de oplossing te komen tot lega
lisering via een partiële herziening van het bestemmingsplan
de meest reeële.
In weerwil van deze oplossing moeten wij U thans formeel
toch voorstellen te besluiten tot ongegrond verklaring van
het beroep van mevrouw Maeijer van Sohoonhoven van Beurden
tegen de weigering van een bouwvergunning conform bijgevoegd
concept.