bijl. nr. 408 _3_ eidiëring als beleidsinstrument inhoud kan worden gegeven. De rijksvertegenwoordigers hebben zich hiertoe bereid verklaard. Tevens is tijdens het beraad gebleken, dat op provinciaal niveau een totale herwaardering van het subsidiebeleid in voorbereiding is. Bovendien bestaat momenteel nog onzekerheid over de toekomstige poBitie en structurering van de medische consultatiebureaus. 'Iet name wordt er op gewezen dat er nog geen beslissing is genomen of deze bureaus geïntegreerd zullen worden in de door de staats secretaris voor volksgezondheid in zijn Structuurnota aange kondigde Regionale Instituten voor Ambulante Geestelijke Gezond heidszorg (de zg. R.I.A.A.G.G.s) Indien dit het geval wordt, zal, ingevolge de Structuurnota, de financiering te z.ijner tijd vermoedelijk via een uniform sociaal verzekeringsstelsel (A.W.B.Z.) plaatsvinden, zoals thans reeds ten aanzien van de Sociaal Psychiatrische Dienst het geval is en - volgens de door de regering onlangs bekend gemaakte voornemens - ten aanzien van het Medisch Opvoedkundig Bureau het geval zal worden. Aangezien over deze ontwikkelingen op korte termijn nog geen definitief inzicht kan worden verkregen, leek het aanbeveling te verdienen tot een voorlopige herziening van de subsidieregeling te komen, vooralsnog beperkt tot 1975 en 1976. Zo nodig kan deze regeling daarna tijdelijk verlengd worden. In het gezamenlijk ambtelijk subsidiëntenoverleg is door.het rijk de toezegging gedaan met ingang van 1 januari 1975 naast de 100j£ subsidiëring van de personeelskosten ook voor 100^ de tot nu. toe niet door het rijk gesubsidieerde reis- en verblijfkosten te subsidiëren. Van de zijde van de provincie werd het niet uitgesloten geacht dat de thans bestaande regeling (5$ van het rijkssubsidie) voora-' hands gecontinueerd zou kunnen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 1553