-4- g. in de eveneens in de plannen opgenomen panden Cathar-inastraat 20 en 24 is momenteel de gemeentelijke muziekschool gehuisvest. Reeds lang bestaan ter zake nieuwbouwplannen, doch ook hier is nog geen inzicht in de mogelijke situeringen. V/el achten wij het zinvol, dat in het kader van de huidige plannen ook deze nieuw bouw wordt meegenomen: op basis van een globaal programma van eisen worden de kosten van nieuwbouw geraamd op ongeveer 2.825.0C0, h. ter zake van de voorzieningen aan het stadhuis zijn de aan U voorgelegde plannen nog niet verder uitgewerkt. Wel is ook hier een globale kostenraming opgesteld tot een totaal van t 216.000,--; i. ten aanzien van de parkeergarage diene het navolgende: als gevolg van de voorgestane concentratie van functies ontstaat een toenemende behoefte aan parkeerruimte (meer bezoekers - met zeer uiteenlopende bezoekduur - en een groter aantal ambtenaren). Het Stadserf in zijn huidige omvang zal aan die toenemende be hoefte niet kunnen voldoen. Een uitbreiding van de parkeer- mogelijkheden door inrichting van de achtertuinen van de panden Catharinastraat 18 t/m 24 zou technisch mogelijk zijn, doch lijkt ons op grond van overwegingen van stadsschoon en werk milieu niet aanvaardbaar, terwijl deze nadelen door de aanleg van een ondergrondse parkeerlaag onder het Stadserf (met een totale capaciteit over de twee lagen van plm. 100 auto's) worden ondervangen. Wij merken in dit verband nogmaals op - wij deden dit reeds in ons voorstel van 14 februari 1974 - dat artikel 258 van de bouwverordening stelt dat, indien omvang of bestemming van een/ k gebouw daartoe aanleiding geeft - de parkeerbehoefte moet worden opgevangen in, op of onder het gebouw of het onbebouwd blijvende terrein. Wij zien in dit verband geen redenen voor de gemeente, zichzelf aen de bouwverordening ter zake te onttrekken. Een bijkomend facet in dit kader is, dat op grond van door het Rijk gegeven richtlijnen de gemeente dient zorg te dragen voor de realisering van schuilplaatsen in het raam van de civiele verdediging. Zo tot realisering van die schuilplaatsen wordt overgegaan - en wij menen, dat in het onderhavige geval de ge meente aan de opgelegde taak zou behoren te voldoen - worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 173