syj
aan de raad der
gemeente Breda
(SOS)
st/23423
22-1-1975
bijlage nr. 02
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het betuigen van in
stemming met de gewijzigde uit
gangspunten voor de inrichting en
bebouwing van het gebied leuve
naarstraat/Middellaan
Op 16 juli 1970 is door Uw raad vastgesteld het bestemmingsplan
Leuvenaarstraat/Kidaellaan 1969. De directe aanleiding tot dat
bestemmingsplan vormde de dringende noodzaak tot sanering van
dat gebied.
Van deze omstandigheid is destijds gebruik gemaakt om een nieuwe
invalsweg door dit gebied te projecteren.
Wat de verdere inrichting van en de functietoekenning aan het ge
bied betreft hebben destijds in belangrijke mate als uitgangs
punten gediend de resultaten van het onderzoek verricht door het
Empeo in 1967 en de extrapolatie tot 1985 van de door dit bureau
opgestelde prognose tot 1975.
Dit heeft geresulteerd in een bebouwingsplan met vrij hoge be
bouwing, waarin naast handhaving van een aantal bedrijven, veel
ruimte was toegedacht aan de bouw van kantoren 20.000 m2 vloer
oppervlak). De rest zou overwegend worden gevuld met showrooms
en een beperkt aantal woningen.
Een stedebouwkundige regeling voor dat gebied was toen tevens
nodig in verband met de spoedige realisering van de reeds in een
vergevorderd stadium van voorbereiding verkerende plannen voor het
handelscentrum en de nieuwbouw van het Elisabeth's verpleeg- en
verzorgingstehuis
Buiten deze projecten is op basis van het geldende bestemmingsplan
in dit gebied geen bebouwing tot stand gekomen.
Vlij zijn dan ook van mening, dat wanneer uitgangspunten en doel
stellingen niet tot realisering komen in de periode, dat een daarop
gebaseerd bestemmingsplan als een effectief instrument kan worden
gehanteerd., een dergelijk plan zoals in casu, zal moeten worden
aangepast en gewijzigd.
Haast de vraag in hoeverre er bij dit bestemmingsplan wat betreft