[rö\>x</oi]
gemeente Breda
-4-
ingen
ntwerp-
van de
van Breda,
rgeseepx;-r.' r
oretaris.
bij bijlaga nr. 64
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 januari 1975;
gelet op de artikelen 272, letter a en 273 van de gemeentewet;
alsmede op het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de "ver
ordening onroerend-goedbelastingen 1974/1975".
Artikel I
Waar in de verordening wordt gesproken van "gebouwd onroerend goed"
dient daarvoor te worden gelezen "onroerend goed".
Artikel II.
Het tweede lid van artikel 6 vervalt en wordt vervangen door een
nieuw tweede lid luidende:
2. de belasting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, letter a,
wordt niet geheven ter zake van een onroerend goed, indien de
heffingsgrondslag minder beloopt dan 6.000,
Artikel III.
Artikel 7 vervalt en wordt vervangen door een nieuw artikel 7 luidende:
Artikel 7.
Een in artikel 1 bedoelde belasting wordt niet geheven ter zake van;
1gebouwde eigendommen met inbegrip van de ondergrond en van hun
gebouwde en ongebouwde aanhorigheden welke in hoofdzaak zijn be
stemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare
bezinningsbijeenkomsten in de zin van de artikelen 13 en 14 van