i
de Vet Premie Kerkenbouw (Stbl. 1962, 538) met dien verstande
dat de in artikel 1eerste lid, letter a, bedoelde belasting
wel wordt geheven van bovenbedoelde gebouwde eigendommem met
hun aanhorigheden en gedeelten van zodanige eigendommen, voor
zover deze eigendommen dienen als woning;
2. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer
p rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken, zoals via
ducten, aquaducten, bruggen, tunnels en sluizen.
Artikel IV.
I
Artikel 2 vervalt. In de plaats daarvan wordt vastgesteld een
nieuw artikel, luidende:
Artikel 12.
De verplichting, als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 51 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en wet
houders gelden mede jegens de ohef van de afdeling financibn en
belastingen ter gemeentesecretarie.
Artikel V.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1975.
Aldus vastgesteld in zijn openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.