-2- 900.000,--. de bijl. nr. 68 Het waterschap stelt ln zijn brief van 28 mei 1974 onder meer, dat de gemeente in acht dient te nemen, dat de overname van de zuiverings- technische werken zal geschieden met ingang van 1 januari 1975; dit ultimatieve karakter van deze brief, gevoegd bij het feit, dat in het midden wordt gelaten, of deze overname al dan niet eigendoms overdracht inhoudt, maakte de advisering om te komen tot een juiste standpuntbepaling dringend nodig. Met name wa3 in de gegeven situatie van belang te weten, in hoeverre de mogelijkheden voor het waterschap aanwezig waren, middels toepassing van artikel 2 van de waterstaats- vet (een door provinciale staten af te dwingen overgang van water staatkundige werken in beheer en onderhoud) de overgang van de R.W.Z. af te dwingen, een situatie die wij - gelet op de voorhanden verschil len van mening - wilden vermijden, dit met het oog op de volkomen lij delijke positie, die de gemeente alsdan zou innemen. Vervolgens ontvingen wij op 5 november 1974 een brief van het water schap van 31 oktober 1974, waarin - onder referte aan de brief van 28 mei 1974 - gevraagd wordt een verklaring af te geven, dat de R.V/.Z. met ingang van 1 januari 1975 aan het waterschap wordt overgedragen ln beheer en exploitatie,.zulks"onder nader tussen partijen overeen te komen voorwaarden, als omschreven in onze brief van 6 februari 1974" Aangezien wij op grond van het ontbreken van overeenstemming over het tweetal hierboven gereleveerde punten niet akkoord konden gaan met de voorwaarden, die in de brief van 6 februari 1974 van het wa terschap waren opgenomen, hebben wij gemeend de door het waterschap bedoelde verklaring niet te moeten afgeven. Op 6 november d.a.v. heeft wederom een gesprek plaatsgevonden tus sen waterschap en gemeente. In dat gesprek is- formeel geconstateerd dat geen oplossing gevonden kon worden voor de uiteenlopende stand punten ten aanzien van overnamesom en betalingswijze, in welke con statering wij aanleiding gevonden hebben om - conform het advies van het adviesbureau van 13 augustus 1974 - aan het waterschap mede te delen dat wij aan de raad der gemeente zouden voorstellen het kennelijk bestaande geschil ter beslissing voor te leggen aan de Kroon: zie onze ter inzage gelegde brief van 6 november 1974.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 247