bijl. nr. 69 _4_ Tot slot wil ik hierbij opmerken dat deze vragen niet zijn ingegeven door een anti-industrialisatie-opstelling, maar door een grote zorg voor het milieu in Breda. MTV/OORD In 1972 is door ons college aan Hoechst een vergunning verleend tot het uitbreiden van de fabriek voor de vervaardiging van sty- reer.korrels. Wij hebben ons toen een oordeel gevormd over de milicu-aspcctcn, waarbij wij het advies van de Inspecteur voor de Volksgezondheid zwaar hebben laten wegen. Thans is alleen het college van gedeputeerde staten bevoegd om op het verzoek van Hoechst tot het uitbreiden van de produktie- instaliaties te beschikken. Uit de betreffende aanvragen om ver gunningen ingevolge de Hinderwet en de Wet inzake de luchtver ontreiniging blijkt, dat met dezelfde stoffen hetzelfde produkt wordt vervaardigd, evenwel volgens een ander procédé, waarbij per ton produkt minder uitworp aan luchtverontreinigende stoffen zal optreden. Bij de onderhavige fabriek is de uitworp aan luchtver ontreinigende stoffen het belangrijkste aspect voor deze gemeente. Uit de aanvragen en uit overleg op ambtelijk niveau blijkt, dat op het moment van de uitbreiding maatregelen zullen zijn getroffen, waardoor de uitworp van de totale fabriek (derhalve inclusief de uitbreiding) beneden de door ons college per 1 januari 1976 toege stane grenswaarde blijft (250 kg. styreen per etmaal). Koch de uitworp aan luchtverontreinigende stoffen noch andere milieu aspecten geven ons aanleiding om bij gedeputeerde staten thans bezwaren in te dienen tegen het verlenen van de vergunningen. Wel zullen wij gedeputeerde staten op hun verzoek schriftelijk advi seren betreffende deze vergunningsaanvragen en in een later stadium nog gelegenheid krijgen op de ontwerp-beschikkingen te reageren. VRAAG (gesteld ing. art. 40, 2e lid, R.v.O.) de heer J. Geene: reeds geruime tijd bereiken de C.D.A.-fractie en mij klachten over het niet tijdig en het onoverzichtelijk publiceren van te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 273