bijl. nr. 98
-4-
de kern van Breda voorlopig va3tgC3teld op 39 ha. Inmiddels is op grond
van de geldende regeling tegen deze voorlopige vaststelling bezwaar
Ingediend. De procedure voor de behandeling van dit bezwaarschrift
loopt nog. Wel i3 inmiddels do gemeente "gehoord" in een gesprek Eet
vertegenwoordigers van de ministeries van binnenlandse zakon en finan
ciën en de raad voor de gemeentofinanciën.
Van het secretariaat van de R.G.F. is inmiddels bericht ontvangen dat
de herziene oppervlakte op 43 ha zal moeten worden vastgesteld. Hoewol
er nog geen officiële mededeling is ontvangen, i3 hiervan in de bere
keningen uitgegaan. Hot gaat hierbij om oon verhoging van de uit
kering in 1976 van 173-000,
Verfijning ongewoon bovolkincsverloon.
Op 12 november 1974 is de nieuwe verfijningsregeling ongewoon bevol
kingsverloop in het staatsblad verschenen.
Bit betekent, dat de daling van de algemene uitkering als gevolg van
terugloop van de bevolking gedurende 20 jaar zullen worden gemitigeerd
tot 80 3ovendien zal de daling naar 80 geleidelijk over twee jaar
worden geëffectueerd. In de berekeningen is met deze nieuwe regeling
rekening gehouden.
Verfijning monumenten.
Voor deze uitkering is uitgegaan van de uitkering 1975 ad 360.189,98.
Voor 197G Is in verband met de lopende restauraties (onder meer Begijn
hof) een investering van 1.200.000,— aangenomen resulterend in een
verhoging van de uitkering met 36.000,—. Voor de jaren 1977 tot en
mot 1979 is een verhoging van de uitkering opgenomen van 21.000,
overeenkomend met een investering (door gemeente aan particulieren)
van 750.000,
Verfijning riolering.
Op grond van deze regeling wordt voor bepaalde rioolaansluitingen ge
durende 25 jaar een uitkering verkregen. Daar enerzijds voor een aan
tal aansluitingen de uitkeringstermijn is verstreken en anderzijds
niet op nieuwe aansluitingen die voor uitkeringen in aanmerking komen
kan worden gerekend, vertonen de uitkeringsbedragen een dalend verloop.