i,
m
t
bijl. nr. 98
-8-
II, Voorstellen not betrekking tot de methodiek budgetverdeling.
1. S roei ft eke toedeling ncrcsson over loon- en 'bvcrige ko3tertcomronont"in de budgetten.
Zoals reeds in de nota van aanbieding bij de begroting 1975 werd vermeld, is ingaande
1975 voor de rijksbegroting een totale (nominale) begrotingsruimte gehanteerd, welk
systeem ook op het gemeentefonds van toepassing is geworden.
Dit betekent in oor.oreto dat bij de bepaling van de uitkeringen vanaf 1975 rekening wordt
gehouden met zowel compensatie voor loonkostenstijgingen als ook met compensatie voor
prijsstijgingen.
Voor oen juiste toedoling van de aeressen in de geceentefondsuitkering wegens loonmaat
regelen en prijsstijgingen is het nodig gebleken de budgetten te splitsen in een loon?
f
en een overige kosten component.
Daardoor is het namelijk mogelijk de looncompensatie in d'e uitkering aan de relevante
loonsommen toe te rekenen en de prijscompensatie aan de overige kosten binnen de diverse
budgetten.
Bij deze splitsing is als relevante loonsom in de diverse budgetten aangehouden het be
drag wegens loonkosten, na aftrek van eventuele rijkssubsidies e.d. in die loonkosten,
veor eigen personeel in de overheidssector omdat dit bedrag bepalend is voor de te
verkrijgen compensatie. Kot na aftrek van voornoemd bedrag resterende budget kan dan
als "overige kosten component"mededelen in het accres wegens prijscompensatie.
2. P.ente-ontwikkclirg 1974 en extra verhoging gemeentefordsuitkering daarvoor.
Voor de gevolgen van de sterke stijging van de rente in 1974 is zowel voor 1974
als voor 1975 extra compensatie verstrekt door verhoging van de gemeentefonjsuitkeringen.
Deze extra capaciteit 1974 en '975 is in die jaren niet over de budgetten verdeeld, maar
gereserveerd voor do opvang van het nadelig saldo bij de leningsdienst.
Immers bij becijferingen voor het rente-omslag-percentage 1974 en 1975 ie met de sterke
rents-stijging 1974 geen rekening gehouden. Do verhoging voor de uitkeringen loopt d<$
in de volgende jaren en zou normaliter worden verdeeld op basis van aandeelpercentages.
Omdat kapitaallnsten procentueel per budget verschillend liggen en de gcx.centefonds-
uitkerirgen specifiek voor opvang van deze rentestijging zijn verhoogd, wordt voorge
steld do verhoging uit dien hoofde, groot 636.000,specifiek te verdolen.
Als basis hiervoor is genomen de boekwaarde per 1-1-1974 van de investeringen in die
sectoren, waarvoor ook de looncompensatie afzonderlijk wordt "toebedeeld (i.e. do
zogenaamde onrendabele relevante overheidssector).
Do extra budgettoekenning tor verdeling van dit extra bedrag is to beschouwen als
£i'net lig omint: t