4 7 3 0' 0 O In A BKi -:OA atd. r*gi*tr*U* r.r. p.h. V - 4 j kl. nr. - s f 1. de Haajrp Federatie van frakties P.v.d.A/P.P.R Bijlage nr. 101 Voorstel betreffende de nadero uitwerking van het verzoek van de Minister var. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening inzake de heroriëntatie over de studie tot het tot ontwikkeling brengen van de Haagse Beemden. wikkeling "gesteund op een aantal peilers. In de eerste fase waren dat voornamelijk: -het ruimtegebrek -de woningnood -de funlctie in regio en gewest. In een later stadium werd daaraan toegevoegd: -het tegengaan van de suburbane ontwikkelingen in de randgemeenten -de opvang van de overloop uit de randstad. 2. Ce raad heeft in haar besluitvorming rond de Haagse Beemden plannen steeds zeer omzichtig stelling genomen. De meerderheid van de raad onderschrijft nog steeds haar voorbehoud door vraagtekens te plaatsen bij: -de financiële consequenties -de nadere stedebouwkundige uitwerking van de plannen. Seen minderheid in de raad van P.v.d.A en P.P.R. (in de vorige raad ook D*66) onderschrijft het voorbehoud van de meerderheid van de raad en heeft boven dien grote bedenkingen tegen de huidige plannen onder meer op het punt van: -de demografische ontwikkelingen -de gevolgen voor de huidige stad en meer speciaal de binnenstad -het op dit moment onzekere landelijke beleid inzake bevolkings-en werk- gelegenheidsspreiding. Bovendien spelen naar onze mening in deze hele ingewikkelde zaak een belangrijke rol de demokratische procedures ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening. 3. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft de twijfels vanuit Breda over de verdere ontwikkeling goed aangevoeld. Zijn verzoek voor een nadero studie moet dan ook vanuit die waarneming worden uitgelegd. 4. Kot uitwerken van'het verzoek van de minister is een verantwoordelijkheid voor het bestuur van Breda. 5. Samenvattend konstateren wij het volgende: 3.1- De hororiëntatie op de studio over de Haagse Beemden is oen zeer belangrijke zaak voor de verdere besluitvorming. 5.2 Op grond van de bovengenoemde konstatering behoort de verantwoordelijk heid voor de studie te liggen bij het hoogste bestuurlijke orgaan van de stad nl. de raad. 5.3 Bo demokrafïsche spelregels op het gebied van de Ruimtelijke Ordening spelen in de plannen een belangrijke rol.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 392