bijl. nr. 109 -4- plan van het collego gereageerd? ANTWOORD De eerste hij eenkomst met betrekking tot de inspraak-procedure heeft plaatsgevonden op 19 februari j.l.de tweede op 17 maart, terwijl de derde bijeenkomst gepland is op 8 april. Het ziet er naar uit dat binnen de tijdsplanning gewerkt wordt zodat in september een definitief programma van eisen gereed zal zijn. Ofschoon het nog erg vroeg is een definitief oordeel te vellen over de mate, waarin de bevolking op het plan van het college heeft gereageerd, willen wij niet verhelen, dat de voorlopige indruk gunstig is. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 16 januari 1975) De heer van Pui 11 merkt op: De Effenseweg, gelegen van de Rijs- bergseweg tot aan het einde van de bebouwde kom, ia' een gevaarlijke weg geworden. Er komen op dit gedeelte vijf wegen van de kant van het bungalowpark uit, wat tot een gevaarlijke verkeerssituatie leidt. Voor de kinderen is de toestand onhoudbaar, daar verscheidene auto's met een te grote snelheid op de Effenseweg gereden komen. Onze vraag ia dan ook of het niet wenselijk zou zijn te onderzoeken of het mogelijk is de Effenseweg op het genoemde gedeelte als voor- rnngsweg aan te merken. I ANTWOORD Het aanwijzen van een we£ tot voorrangsweg of het aanwijzen van de kruisingen van een weg met andere wegen tot voorrangskruisingen dient alleen dan te geschieden als het verkeer over die weg veel inten siever is dan over de kruisende zijwegen. In zo'n geval kunnen bij het achterwege Ihten van bedoelde maatregel gevaarlijke situaties ontstaan met ongevallen als gevolg. Het verkeer over de Effenseweg en over de daarop uitkomende zij wegen is vrij gering. Uit de ongevallenstatistiek van de laatste jaren blijkt, dat ter plaatse nimmer ongelukken gebeurden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 427