Zeker is door mij bedoeld de veiligheid van het overige verkeer in de vraagstelling te betrekken. Nu ik uit Uw antwoord kan concluderen dat U het met mij eens bent, dat andere en betere routes voor vrachtwagens voorhanden zijn, lijkt het mij logisch en vanzelfsprekend deze door een duidelijke route-aanduiding c.q. wegbuwijzering aan te geven. Het is om die reden dat ik U de navolgende vragen stel. Mijnheer de voorzitter, bent U het met mij eens; 1. dat de Speelhuislaan en de \an Voorst tot Voorststraat niet zijn be doeld om dat zware doorgaande vrachtverkeer te verwerken en daar voor niet Rijn ingericht? 2. dat door dat snelrijdende doorgaande zware vrachtverkeer het overige verkeer in deze woonwijk in gevaar wordt gebracht? 3. dat andere wegen voor het zware doorgaande vrachtverkeer in de onmiddellijke nabijheid en zich daarvoor heter lenen voorhanden zijn? 4. dat er van een situatie sprake is als bedoeld in de eerste alinea van Uw antwoord en dat derhalve de eerder en nu weer ge vraagde maatregelen genomen moeten worden? 5. dat de leefbaarheid in een woonwijk bevorderd moet worden als andere belangen daardoor niet worden geschaad? ANTWOORD Indien U met Uw vraagstelling in Uw brief van 1 november 1 974 hebt bedoeld te stellen dat door het zware doorgaande vrachtverkeer in de Belcrum en met name in de Speelhuislaan entfe van Voorst tot Voorst straat het overige verkeer in gevaar gebracht wordt, vragen wij ons af, op welke gegevens U die mening baseert. Uit de ongevallenstatistiek blijkt n.l.dat gedurende 1974 in de Speelhuislaan twee ongevallen gebeurden, waarbij vrachtauto's betrok ken waren. In een geval reed een vrachtauto tegen een geparkeerde auto en in het andere reed een vrachtauto als gevolg van een tech nisch mankement tegen een lichtmast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 430