bijl. nr. 109 AKTWOORD 1 Op 2 juni 1974 hebben gedeputeerde staten aan de gemeentebe sturen toegezonden de.interim-nota "Zand, een brandend probleem" van de provinciale werkgroep zandwinning in Noord-Brabant. In dat rapport, wordt gepleit voor het aanwijzen van centrale zandwinplaatsen in de provincie. Voor zover bekend heeft het provinciaal bestuur ten aanzien van de nota en de daarop ontvangen reacties nog geen standpunt inge nomen. Van de zijde van de provincie is (nog) niet gevraagd om eventuele locaties voor centrale zandwinplaatsen aan te drsgen. Het aanmelden van ontgrondingsgobiedon zou derhalve in dit stedium prematuur zijn. Overigens menen wijdat "De Galderse Meren" reeds als een cen trale zandwinplaats kan worden aangemerkt, niet alleen in feite, maar ook op basis van de door gedeputeerde staten verleende ver gunningen op grond van de Ontgrondingenwet. Ook in het bestemmingsplan "De Galderse Meren" is dit gebied aangemerkt als zandwingebied met het uiteindelijke doel te komen tot van een project voor dagrecreatie. 2. De beschikbare wegenstructuur ten behoeve van de bereikbaarheid van "De Galderse Meren" achten wij niet optimaal. Oök wij achten een zo veilig en effectief mogelijke ontsluiting van dit toe komstig recreatiegebied wenselijk. Wij kunnen U in dit verband mededelen, dat op ambtelijk niveau reeds gesprekken met rijks waterstaat plaatsvinden om ter plaatse een betere en directere aansluiting te krijgen op het rijkswegennet. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 21-10-1974) De heer lambregts. In de Singel ter hoogte van de Gasbrug aan de K.M.A.-zijde ligt reeds geruime tijd een half vergane en geheel gezonken woonboot. Er is kort geleden een milieuweek gehouden waarin alle activiteiten plaatsvonden om ons ervan te doordringen wat een schone omgeving voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 435