aan de raad der
gemeente Breda
^LCr-OJ»-' Bijlage nr. U
p/4/42268 Voorstel van burgemeester en wet-
11-12-1974 houders tot vaststelling van een
subsidieregeling personeelsver
enigingen.
Bij zes diensten van onze gemeente kent men in een of andere
vorm een personeelsvereniging, die zich via sport- en/of ont-
spanrüngHuotjvilieKen inset voor de aldaar werkzame ambtenaren.
Bij een viertal diensten kent men alleen een personeels- of
geschenkenfonds. In een personeelsvereniging is ongeveer de
helft van de ambtenaren "georganiseerd"; bij een personeel3-
of geschenkenfonds zijn bijna 400 ambtenaren betrokken.
Omdat wij van mening zijn dat de door deze verenigingen ont
wikkelde activiteiten ter bevordering van de sociale contacten
tussen ambtenaren steun onzerzijds verdienen, hebben verschillende
personeelsverenigingen in het verleden een subsidie ontvangen.
Tot op heden is er echter wat betreft het subsidiebeleid op dit
punt weinig uniformiteit te bespeuren. Een vereniging ontvangt
al sinds 1958 een subsidie, een andere pas sinds 1975- Om aan
deze diversiteit en ongelijkheid een einde te maken, leggen wij
U thans een voorstel tot vaststelling van een 3ubsidie-regeling
personeelsverenigingen voor.
Allereerst hebben wij hierin (artikel 2) trachten te omschrijven
welke verenigingen voor een subsidie in aanmerking komen.
Wij hebben gemeend deze mogelijkheid te moeten beperken tot één
per dienst, om zodoende "wildgroei" to voorkomen. Do getalsmatige
normen in artikel 2 zijn bedoeld om allerlei miniclubjos, die
overigens geen reële betekenis kunnen hebben, tc voorkomen.
De norm voor de algemene jaarlijkse subsidio, neergelegd in
artikel 3, is ontleend aan de tot op heden bestaande praktijk.