bijl. nr. 14
-2-
In het algemeen werd een jaarlijkse subsidie gegeven die gelijk
is aan de in de loop van dat jaar ten behoeve van activiteiten
te ontvangen contributies. Deze formulering is gekozen omdat
de personeelsvereniging soms uitsluitend bestaat uit of somn
gecombineerd is met een geschenkenfonds. Wij achten het niet
juist onzerzijds via subsidie in een dergelijk fonds te parti
ciperen, omdat wij, via onze bedrijfsmaatschappelijk werkster,
bij allerlei gelegenheden in het persoonlijk leven var. de ambtenaar
reed3 van onze belangstelling doen blijken. Een louter geschenken-^
fonds komt dus niet voor subsidie in aanmerking. De gebruikte
formulering beoogt tevens subsidie uit te sluiten voor door
de personeelsvereniging gegeven bijdragen aan bijvoorbeeld het
Koningin Wilhelmina Fonds of de vereniging A.V.O.omdat de ge
meente op dit punt haar eigen beleid voert. Gezien de norm in
artikel 3, lid 1, is het mogelijk door het vaststellen van de
maandelijkse contributie tevens de hoogte van de subsidie te be
palen. Daarom is hier de beperkende clausule aan toegevoegd, dat
burgemeester en wethouders, wanneer de maandelijkse contributie een
redelijk te achten bedrag overschrijdt, de algemene subsidie kunnen
beperken.
In artikel 4 wordt de mogelijkheid geopend voor een incidentele
sub3idie. Wij zijn van mening dat in principe voorzienbare activi
teiten in de algemene begroting moeten worden opgenomen en mede
vanuit de algemene subsidie moeten kunnen worden bekostigd. Wij
donken hier met name aan de viering van het Sint Kioolaas-feest
die tot op heden afzonderlijk werd gesubsidieerd. Als deze viering^
ook openstaat voor ambtenaren bij de dienst, die geen lid zijn
van de vereniging, zijn wij voornemens in de toekomst in de viering
van het Sint Micolaas-feest een bijzondere subsidie toe te kennen
ten bedrage van de van ambtenaren-niet-leden ontvangen bijdragen
aan het feest. Indien het feest niet door een gesubsidieerde
personeelsvereniging wordt georganiseerd, wat gebeurt op diensten
waar men een dergelijke vereniging niet kent, blijft de tot op heden
gehanteerde regel van kracht (een tegemoetkoming var. 75^ in de
kosten). Daarnaast stellen wij het op prijs de mogelijkheid tot het