-2- bijlage nr. 137 aanleiding heeft gegeven tot een andere benadering van wat hier boven is genoemd de "inperking dan wel gedeeltelijke opheffing van het tweedelig voorbehoud". De daarin vervatte proce- dure met betrekking tot de door de Rijksplanologische dienst, de Provinciale Planologische dienst en de Sociografische dienst dezer gemeente te verrichten studie, welker uitkomst als ontbin dende voorwaarde kan gelden voor de door de minister in beginsel toegezegde steun, heeft voor een aanmerkelijk deel betrekking op een punt, waarover door Uw raad in zijn vergadering van 14 febru ari 1971 reeds een besluit was genomen en welk besluit toen mede was gebaseerd op de U overgelegde gegevens op demografisch ge- g- bied en op de uitsluiting van een aantal alternatieven. In dit ver band moge melding gemaakt worden van rapportages zowel van het CDA: "Haagse Beemden, met beide benen op de grond" als van de progressieve partijen: "Haagse Beemden, sprong in het duister?" Het lijkt ons, gelet op zowel de te verrichten studie als Uw hierboven* gememoreerde besluit, niet zinvol thans weer in te gaan op de demografische aspecten en de alternatieven. Voorzover deze beide punten aan de orde komen in devnota "Haagse Beemden, sprong in het duister?" wordt verwezen naar de ter zake gemaakte kanttekeningen van de sociografische dienst (A.13). Ten aanzien van het financiële aspect doet zich een andere situatie, voor: hierover heeft Uw raad op 14 februari 1974 geen besluiten genomen, doch bedongen, dat de uit de planontwikkeling voort vloeiende financiële consequenties aanvaardbaar zouden moeten zijn. In het thans voorliggende preadvies zullen wij op dat financiële aspect nader ingaan, zij het dat wij de behandeling willen be perken tot een bespreking van datgene, wat tegen de achtergrond ven de brief van de minister van volkshuisvesting en op ruimtelijke dening van 27 februari j.l. als basis voor het door de Inter departementale Werkgroep Knelpunten Woningbouw in te stellen onder zoek moet worden beschouwd: de exploitatie-opzetten, die in feite betrekking hebben op het "bouwrijp maken" en ontsluiten van het gebied. In de tijd, welke gemoeid zal zijn met het onderzoek door de hier-r vorengenoemde werkgroep, zullen wij ons beraden over die finan ciële aspecten, welke tot op heden niet aan de orde zijn geweest,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 510