-2-
bijlage nr. 139
standpunten van de federatie van fracties van P.v.d.A. on
a
P.P.R. verwoord? Wij denken hierbij aan de volgende gevallen:
ian
- de voorstellen aan de raad;
- de vertegenwoordigende rol namens de gehele raad jegens
rolge
de burgerij van Breda;
het
- de vertegenwoordigende rol namens de gehele raad in de
9,—
overige activiteiten van het college.
Irank-
2.
Op de vragen ex artikel 40 van het reglement van orde van
de heer Geene d.d. 27 januari 1975 worden op essentiële punten
c deel
jrdnad
)ruikï.
zake
Let op-
m
door het college antwoorden gegeven die voor meer dan één uit
leg vatbaar zijn. Deze komen op de volgende vragen neer;
a. welke normen legt het college aan om de relatie met de
fracties in de raad te kwalificeren?
b. Is het mogelijk dat het college in een later stadium zijn
voort
oordeel over het in gevaar brengen van de Bredase belangen
uitspreekt? Indien dit het geval is: welke criteria zal het
umen
college daarvoor hanteren?
.ssing
c. Op grond van welke in het verleden geformuleerde afspraken en
op grond van welke overwegingen is het college van oordeel
t
inn en wor-
dat met het gebruik van initiatief-voorstellen zuinig moet
worden omgesprongen?
d..0p welke wijze zorgt de voorzitter van de raad ervoor dat
de leden van de raad de bij hen levende opvattingen in het i
besluitvormingsproces tot uiting kunnen brengen?
l. heeft
AMTWOOHD
van
sr
Allereerst wordt opgcmaj.kL, dat het college van burgemeester en
de dis-
we
thouders niet mede optreedt als representant van de fracties
en
Leid in
liege,
om
van C.D.A. en V.V.D,doch als dagelijks bestuur van de gemeente,
een en ander in overeenstemming met de bepaling van de gemeentewet,
1. In de stukken, die van ona college uitgaan, worden geen fraotie-r
standpunten verwoord. Mot name in voorstellen aan de raad wordt
kende
het standpunt weergegeven van het college, dat krachtens de wot
belast is met de behoorlijke voorbereiding van al hetgeen in de
raad ter overweging en beslissing moet worden gebracht.