bijlage nr.' 1 39
-8-
AÏÏTWOORD
Het gesprek d.d. 7 mei 1974 tussen het Bestuur van de Stichting
Gemeenschapshuis Tuinzigt en functionarissen van de dienst
voor jeugd en sport had tot onderwerp de gewijzigde situatie
inzake de ruintebiedende gelegenheden in het algemeen en die
van het gemeenschapshuis Tuinzigt in het bijzonder.
Daarbij is medegedeeld dat het geen zin meer heeft op basis van
een prioriteitenlijst te praten, die gehanteerd is in het kader van
de tot 1974 gehanteerde investeringsplannen, die echter vanaf'
1974 niet meer door de gemeente Breda zijn gebruikt. Op deze
prioriteitenlijst stond het gemeenschapshuis Tuinzigt in de
sector gemeenschapshuizen inderdaad nr. 1niet is hier bedoeld
de totale gemeentelijke prioriteitenlijst van investeringen
Inzake de ontoereikendheid van de huidige noodaccommodatie van
het gemeenschapshuis Tuinzigt zijn wij in afwachting van verdere
stappen van het bestuur van de Stichting Gemeenschapshuis Tuinzigt;
een en ander zoals inmiddels met voornoemd bestuur overeengekomen
in een gesprek met de dienst voor jeugd en sport d.d. 4 maart j.l.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17-3-1975)
de heer Lambregts:
U.a.v. de kwestie van de brand in "Kota Radja" en in verband daar
mee de bereikbaarheid van bepaalde panden, die in de krant aan de
orde is gesteld. Ook dit is niets nieuws; indertijd heeft zich
in "Het Zuid" een brand voorgedaan die helaas het tragische
resultaat had dat er slachtoffers vielen. Ook nu laaiden er weer
emoties op bij de Grote Karkt-bewonersdie zich afvroegen wat
er gebeurd zou zijn als de brand enkele uren later was uitgebroken.
Ik neem aan dat men wel begrijpt in welke context ik deze opmerkingen
maak: ik denk hierbij aan de opstelling van de kramen op marktdagen.
Daarvoor bestaan bepaalde spelregels, maar ik meen te kunnen con
stateren dat het niet altijd mogelijk is dat politie, ambulances en
brandweer in noodgevallen de panden bereiken. Ik zou het college
willen vragen stringenter toe te zien op de naleving van de spel
regels.