10-
bijlage nr. 1 39
-11-
1Bant U met ons van mening dat het tot nu toe geplande
activiteitenprogramma slechts ter versiering dient van datgene
wat de wezenlijke intentie is van het Monumentenjaar?
2. Bent U met ons van mening dat het ook de plicht van het college
is om aan die wezenlijke intentie - namelijk extra actie
te ondernemen om monumenten te redden - gestalte te geven?
3. Deelt U onze mening dat een actie rond het Monumentenjaar niet
alleen een zaak is van de wethouder van cultuur en diens com
missie, maar dat ook andere commissies daarbij betrokken dienen
te worden?
Welke stappen wilt U ondernemen om dit terealiseren?
4. Wilt U ons een overzicht geven van de staat waarin de gemeente
lijke en particuliere monumenten in Breda op dit moment ver
keren?
Welke mogelijkheden zijn er voor verder monumentenbehoud en welk
program van actie ligt er?
Hoe sluit dit aan bij andere bestaande plannen zoals de Nota
Binnenstad?
Hoe belangrijk acht het college de woonfunctie van deze huizen
in het kader van het binnenstadsplan, waar gesproken wordt over
de versterking van de woonfunctie - bijv. tegen de achtergrond
van de heersende kamer - en woningnood in Breda?
5. Kunt U ons mededelen wat de opmerking in het verslag van het
Bredase comitee Monumentenjaar van 31-1-1975 inhoudt, waar
staat:
"dat er een toevloed van subsidie-aanvragen zal binnenstromen
(van particulieren) die op financiële gronden niet kunnen worden
gehonoreerd. Derhalve zouden vele aanvragers worden teleurge
steld".
Kunt U ons mededelen op grond waarvan er een toevloed van subsidie
aanvragen te verwachten is (is de stituatie dan zo zorgwekkend?)
en waarom deze financieel niet te honoreren zijn? Is het niet
de plicht van Uw college eigenaars van Bredase monumenten te
wijzen op hun onderhoudsplicht en hun wettelijke mogelijkheden
en verplichtingen?