-12- bijlage nr. 1 39 ANTWOORD 1. Het Nationaal Comité Monumentenjaar 1975 ziet als taak van de plaatselijke comité's "het publiek te doordringen van de veelal grote historische en culturele waarden van oude par ticuliere en openbare gebouwen, zowel in de steden en dorpen als op het platteland". De plannen en activiteiten, die tot op heden zijn ontwikkeld sluiten naar onze mening aan bij deze taakstelling: affiches uitgave monument enfcfldsr en boekje "4-0 Bredase monumenten", scholenprojecten, informatie via de pers, informatie aan eigenaren en bewoners van de op de monumentenlijst geplaatste panden, tentoonstelling, aanstraling monumenten etc. Door belangstelling en liefde voor het monument te wekken wordt vanzelfsprekend beoogd nieuwe impulsen te geven aan bescherming van monumenten en historische kernen en deze ook een rol te geven in de hedendaagse samenleving. 2. Het monumentenjaar moet, zoals gezegd, een stimulans zijn voor de gehele bevolking om de erfenis van het verleden, die van architectonisch of geschiedkundig belang is, te bewaren. De gemeente heeft tot op heden door subsidies in restauraties en het zoeken of meezoeken naar aangepaste bestemmingen hier- doorgaan. Met het comité onderzoeken wij de mogelijkheid dit jaar een begin te maken met een of meer bijzondere restauraties. 3. Ons college is overgegaan tot de instelling van een plaatse lijk comité, waarin de wethouder van cultuur als voorzitter fungeert. Hieruit blijkt dat wij als college willen participeren. Het comité heeft een taakstelling die het op eigen wijze moet kunnen realiseren. De taakstelling brengt met zich dat het comité het monument in de publiciteit brengt, waardoor niet alleen andere commissies doch de gehele bevolking bij de werkzaamheden wordt betrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 556